zondag 30 mei 2010

Dieren, daar heb je nu eenmaal werk mee.

Schapen , kippen en een konijn vrolijken hier de boel op. En zo op tijd en stond zorgen die voor wat extra werk en dan meestal nog op een ongelegen moment. Over de ontsnappingen van de schapen schreef ik hier al eerder, ik weet het nog goed 't was een zondag-avond dat ik daar latjes stond te boren aan het hek. Een week later, weer op zondag-avond, hadden de schapen ontdekt dat de haag die op een halve meter ernaast staat toch wel een erg lekker hapje is. Ik dus in allerijl een extra draad aangebracht.
Morgen arriveert hier nog een vijfde schaap en krijgen de anderen ineens hun juiste oormerk. Ik moest dus nog iets verzinnen om de schapen vast te kunnen zetten. Gelukkig woont de grootvader van vrouwlief tegenover ons en die heeft daar een kot waar ge echt alles in kunt vinden. En zo vond ik dus een vroegere afsluiting van draad dat in een kaderement was opgespannen met een lengte van zo'n 6 meter. Ideaal dus.

De kippen daar heb ik sinds de kuikentjes ook weer wat werk mee. Door middel van een plank van zo'n 60 cm hoogte zaten deze in aan afgesloten stuk van het kippenhok. De mama's hadden na even door dat ze daar dus gewoon over konden vliegen en enkele dagen later volgden ook de kuikentjes. Ik zag het praktisch niet echt haalbaar om ze op te sluiten en daarom spande ik maar een net boven een deel van hun weitje. Toen we van verlof kwamen hadden de snoodaards er natuurlijk van geprofiteerd om de legnesten als slaapplaats te gebruiken, heel de boel onder gescheten. Na een grondige poetsbeurt en het plaatsen van een draad (dat doen we nu dus nog elke avond) zat er voor de kippetjes niets anders op dan op stok te gaan. Ze volgden het voorbeeld van hun mama en slapen sindsdien op stok. Al is het elke keer wel even gewriemel voor wie er nu onder mama's vleugels mag slapen en wie niet, 13 kuikentjes krijgen ze er natuurlijk niet allemaal onder.

Gisterenavond was er echter weer tumult in het kippenhok. Eén van de mama kippen was gaan zitten op de plaats waar de anderen normaal zitten. Het gevolg was natuurlijk dat de andere kippen daar niet mee akkoord waren. De haan pikte alle kuikens weg en na even was iedereen dus danig overstuur. Even wat graan gaan geven en dan gingen ze toch rustig slapen.
En dan zit ik nog met een andere kip die zo broeds is als iets en elke keer weer met of zonder ei zich verschanst op de legnest.

Leven in de brouwerij geeft het in ieder geval, maar ik zou het niet meer willen missen.

vrijdag 21 mei 2010

Er even tussenuit

Net terug van een weekje Hoge Veluwe; daar wilde ik al lang eens naartoe om met eigen ogen dat nationaal park eens te bekijken.
Het is echt wel de moeite, al blijf ik het vreemd vinden om te moeten betalen om naar natuur te gaan kijken; 7,5 euro per persoon. Ik denk dan meteen aan al die mensen die dat niet kunnen betalen. Natuur moet er toch zijn voor iedereen.
Gelukkig werden we beloond met een prachtig schouwspel van wel zo'n 30 edelherten.

Ik vind het ook wel fascinerend hoe het park is ontstaan.
Anton Kröller was een succesvol zakenman en een fervent jager en kocht daarom vanaf 1909 in meerdere fasen een jachtterrein, De Hoge Veluwe. Helene Müller was een enthousiast kunstliefhebster en collectioneerde kunst. Samen hadden Anton en Helene een ideaal: natuur en cultuur samenbrengen in het belang van het algemeen.

Soms droom ik ook wel eens als ik geld teveel zou hebben dan koop ik alle omliggende akkers op om er natuur te creëren, dan kan je hier ezel- en schapentochtjes komen maken, begin ik een eigen ecologische plantenkwekerij met planten die nuttig zijn voor insecten, vogels, ... , crëeer ik hier een natuurlijke speeltuin met een beekje om dammen in te bouwen, boomhutten , ... .
Soit ik vrees dat ik een beetje aan het afdwalen ben.




















En look zonder look dat we daar gezien hebben, niet in het park maar enigszins in de schaduw aan de zoom van de omliggende parken en bossen. Ik weet niet of dat nu de enige reden is dat er daar zo veel rupsen waren maar dat was soms echt niet te doen; ze zaten in je haren, op je kleren.






















Net zoals de salomonszegel die daar veel, maar minder opvallend voorkwam. Een prachtig sierlijk plantje vind ik dat, ik heb ze dan ook in mijn tuin staan.






















En na een weekje weg ziet de eigen tuin er weer anders uit, ongelooflijk hoe alles gegroeid is.

woensdag 12 mei 2010

Het dierlijk leven in de tuin

Om te begrijpen hoe de natuur in elkaar zit moeten we enkele basisregels kennen.
Zo is het doel van elk levend wezen om te overleven en zo de eigen soort in stand te houden. Dit doen ze in de eerste plaats door het zorgen voor een groot aantal nakomelingen. Dit kan op twee manieren; ofwel zorgen ze voor een groot aantal eitjes die eenmaal uitgekomen zijn het zelf maar moeten uitzoeken, bvb kooluiltjes of door een paar grotere eieren te leggen en dan voor de jongen te zorgen bvb merels.

Het vrouwtje van het kooluiltje legt ongeveer honderd kleine eitjes, waaruit zeer kleine rupsen komen. Dat betekent dus dat twee kooluiltjes zich in 2 jaar vermenigvuldigen tot 100, in 3 jaar tot 5000, in vier jaar tot 250000 en in het vijfde jaar tot 12 500 miljoen.

Minder sensationeel, maar net zo indrukwekkend, is de aanwas van merels. Merels leggen ongeveer 3 tot 5 eieren per legsel en hebben 3 of 4 legsels per jaar. Gemiddeld brengen ze 6 nakomelingen per jaar voor. Na een jaar zijn er dus minstens 3 paar vogels bijgekomen, het volgende jaar 9, dan 27, 81 en daarna 243, ....

Ditzelfde soort rekensommetje kunnen we toepassen bij planten, maar daar produceren sommige planten wel meer dan duizend zaden en dan hebben sommige planten nog andere vegetatieve manieren ontwikkeld.

Het moge uit deze voorbeelden duidelijk zijn dat als er geen natuurlijke vijanden zijn we overstelpt worden door merels, kooluiltjes, ... .
De meeste gaan dood als ze jong zijn of komen zelfs niet tot ontwikkeling zoals bij planten; en zo worden de aantallen van de verschillende soorten planten en dieren in evenwicht gehouden. Wat noodzakelijk is omdat er anders teveel zouden komen voor een bepaald leefgebied.
Het kan zijn dat er onvoldoende voedsel is en de meeste de hongersnood sterven of dat er niet genoeg nestgelegenheid is zodat er niet gebroed kan worden. Er kan een tekort aan schuilplaatsen zijn waardoor de meeste dood gaan door slecht weer of doordat ze opgegeten worden.

Voor de meeste dieren bestaat het leven niet alleen uit het vinden van voedsel, maar ook uit het vermijden van gegeten te worden. Alle dieren en planten maken deel uit van voedselketens.
Koolplanten worden bijvoorbeeld gegeten door bladluizen, die op hun beurt gegeten worden door de larven van verschillende zweefvliegen. Volwassen zweefvliegen kunnen opgegeten worden door een spin en die spin wordt dan weer gegeten door een roodborstje.
Deze voedselketen ziet er heel eenvoudig uit maar er zijn vele andere mogelijkheden de koolplanten worden eveneens gegeten door aardvlooien, door rupsen van kooluiltjes, door zweefvliegen. Bladluizen worden gegeten door vele soorten vogels en wespen, door lieveheersbeestjes en larven van de gaasvlieg en de zweefvlieg.
Zo ontstaat er een voedselweb, bestaande uit organismen die eten en gegeten worden.
Andere verbindingen in het voedselweb ontstaan doordat veel dieren in hun jeugd ander voedsel eten dan in een volwassen stadium.
Neem nu de wespen, ze leven van nectar, vruchtensap en andere zoete vloeistoffen. Maar hun larven hebben een eiwitrijk, dierlijk dieet nodig. De volwassen dieren gaan hier voor hun jongen naar op zoek. Sociale wespen kauwen rupsen, spinnen en andere dieren die ze vangen, tot een soort gehaktballetje en voeren die aan hun larven. Solitaire wespen leggen in hun nest een voorraad aan van bladluizen, vliegen, rupsen of spinnen en leggen hier een eitje op.
Als we dus klagen over de schade die wespen toebrengen aan ons rijp fruit, kunnen we ons troosten met de gedachte dat ze ook schadelijke dieren bestrijden.

Het is niet zo dat het aantrekken van veel dieren in de tuin, waaronder ook planteneters, tot gevolg heeft dat al uw planten opgegeten worden. Niets is minder waar en daar heeft de natuur zelf voor gezorgd. Pas uitgekomen rupsen bijvoorbeeld eten alleen heel jong, zacht en mals blad eten. Het zou ook ontzettend dom zijn van een plantesoort om toe te staan dat het volledig wordt opgegeten, hij zou dan niet kunnen bloeien, geen zaad geven en zich niet voortplanten. De plantensoort zou uitsterven en met hem alle dieren die ervan afhankelijk zijn.
In een tuin kan een groot aantal verschillende soorten planteneters aanwezig zijn, maar zolang er genoeg verschillende planten zijn en er sprake is van een natuurlijk evenwicht, waarin zowel roofdieren als schadelijke dieren aanwezig zijn, is de kans klein dat het uit de hand loopt.

dinsdag 11 mei 2010

Lievevrouwebedstro

Of het nu te maken heeft met het lievevrouwebedstro dat nu in bloei staat zou ik niet kunnen zeggen; maar na 9 lange maanden slaapt dochterlief eindelijk door. Toch maar even snel hout vasthouden.

Hopelijk verdwijnen mijn wallen nu ook binnen afzienbare tijd.

donderdag 6 mei 2010

Bloemenakker

Vorig jaar was dit perceeltje nog mijn moestuin. Door gezinsuitbreiding zag ik dat dit jaar niet echt zitten. Toegegeven dochterlief is ondertussen al wel 9 maanden, en in het gras zitten vind ze super leuk maar daarbij nog een volledige moestuin onderhouden dat leek me toch wat van het goede te veel (voor die ene keer dat ik eens realistisch ben en niet te optimistisch).
Eigenlijk ben ik daar nu wel blij mee want met al die kleine en grotere veranderingen die we in de tuin aan het uitvoeren zijn , de schapen en de kuikentjes, ging dat toch meer stress dan ontspanning geven en da's niet echt de bedoeling hé.
Enkele berichtjes terug konden jullie zien dat we nog wel een moestuin hebben maar dan een kleintje. En achter de bloemenakker (achter het hek op de foto) is nog plaats voorzien voor de pompoenen.
Het zaad voor de bloemenakker had ik al, dat lees je hier, alsook de theorie.

Maar het graan dat ik ertussen wilde zaaien was een ander paar mouwen. Bij het plaatselijk tuincentrum keken ze me maar raar aan toen ik vroeg achter tarwe, gerst of haver. Ze vroegen zich hardop af wat ik daarmee nu weer ging aanvangen. En ja ze konden het wel bestellen maar dan in zakken van 25 kg, euhm. Dan maar naar de plaatselijke maalder (spreek dit zo plat mogelijk uit). Tarwe hadden ze wel maar na veel navraag bleek dat wintertarwe te zijn, voor zomertarwe moest ik naar Polen ofzo wisten ze me daar te vertellen. Gerst dan misschien, ook niet. Het werd dus haver, nu niet echt mijn eerste keuze maar ja.

Voorlopig zie je hier enkel nog akker maar binnen 2 maandjes moet je eens komen zien dan krioelt het hier van de kleurrijke bloemen en gonst het van de insecten.

dinsdag 4 mei 2010

In mei leggen alle vogels een ei

En dat dat niet altijd in een nestkast moet zijn bewijzen onderstaande koolmezen.
Al geruime tijd kunnen we vanuit ons keukenraam de bezigheden aanschouwen van deze familie. Enkele maanden geleden al begonnen ze aan de inspectie van hun toekomstig huisje. Meermaals kwamen ze langs en vlogen er eens in.
Ongeveer een maand geleden begonnen ze ineens allerlei nestmateriaal aan te slepen waarna het even rustig was, ze waren toen waarschijnlijk aan het broeden.
Ondertussen klinkt er luid getjilp en mama en papa koolmees vliegen dan ook constant af en aan om allerlei lekkers aan hun jongen te geven. 'T was echt niet simpel om ze op de gevoelige plaat vast te leggen zoals jullie hieronder kunnen zien. Ze vliegen echt recht binnen, droppen hun hapje en zijn even snel weer weg. Alleen met het koudere weer is de aanvoer toch wel iets minder dan vorige week toen het zonnetje volop scheen. Gisteren dacht ik zelfs even dat het gedaan was met de mama en papa zo lang bleven ze weg. Maar ja simpel moet dat niet zijn om met zo'n wind insecten te vangen.
Je ziet ze ook de hele borders, struiken en bomen afspeuren op zoek naar allerlei lekkers en zijn zo een gratis en biologisch bestrijdingsmiddel voor schadelijke insecten. Ophangen dus die nestkastjes.